dinsdag 26 februari 2013

De Lionheart voor anker in Falmouth Harbour.


Antigua

De eerste nacht slapen we erg onrustig in Freeman Bay, want de boot draait alle kanten op en de ankerplaats ligt redelijk vol. Als we ’s ochtends wakker worden blijkt dat het anker heeft liggen krabben en we zitten vrij dicht op onze achterbuurman. We halen het anker op en verplaatsen de boot naar voren. Al met al worden we niet echt blij van deze ankerbaai!! We besluiten om eerst de praktische zaken te regelen zoals, inklaren en school en dan later een nieuwe plaats te zoeken. Als Raoul terug is van de douane varen we de baai uit en zien veel wedstrijdschepen voor de ingang van de baai rondvaren. Het lijkt wel of ze gaan starten en we varen naar de ingang en maken de start mee, van wat later de RORC 600 blijkt te zijn. Alle schepen varen met een enorme snelheid langs ons heen en het lijkt een enorme chaos. Op een gegeven moment vaart de Bella Mente (schip met zwarte zeilen) met een razende vaart op ons af en gaat vlak voor ons overstag. Wat een geweld allemaal!! Raoul staat te smullen van alle zeilboten die langskomen. Na dit spektakel varen we terug de baai in en achter de haven ligt een lagune. We ankeren in de lagune, minder idyllisch maar wel lekker rustig. ’s Middags gaan we de kant op en bekijken de historische marinebasis, Nelson’s Dockyard. De haven van English Harbour is onderdeel van deze oude Engelse marinebasis, gebouwd in de 18e eeuw om de Engelse oorlogsschepen die in de Carieb aan zeeslagen meededen weer op te lappen en is genoemd naar de belangrijke Engelse admiraal Horatio Nelson. De marinebasis is volledig gerestaureerd en in de oude gebouwen zijn allemaal winkels en bedrijven gevestigd. Het ziet er allemaal erg mooi uit en het is leuk om tussen de oude gebouwen door te lopen, want zoveel historische gebouwen zijn er in de Carieb niet te vinden. Aan de steiger van de haven liggen enorme megazeiljachten en motorboten. Antigua is het mekka van de zeilwereld en er varen hier enorme mooie zeiljachten rond, wat voor Raoul een belangrijke reden was om naar Antigua te gaan.Als we naar Falmouth Harbour, de volgende haven willen lopen zien we onze mast niet meer op de oude plaats liggen. In vliegende vaart gaan we terug naar de boot en we zijn wederom aan het krabben gegaan en liggen een stuk naar achteren. We halen het anker op en de bodem van de lagune blijkt uit zeer zachte modder te bestaan waar we het anker makkelijk doorheen trekken. Toch blijven we er liggen want het is rustig weer en we laten het anker nu rustig ingraven. We borrelen in Salty Dogs een café aan het water met prachtig uitzicht op de baai, zee, haveningang en de haven. De jongens zijn helemaal happy met het tafelvoetbalspel dat er staat en er is nog een goede internetverbinding ook zodat ik het weblog kan updaten. We roepen Salty Dogs spontaan uit tot ons lievelingscafé tot nu toe!!


Genieten!

Chaos voor de start.

Dinsdagochtend doen we school en veel huishoudelijke klusjes, zo is de was al twee weken niet meer gedaan en mag de boot ook wel weer eens een schoonmaakbeurt krijgen. Af en toe is het heerlijk om een aantal dagen ergens te liggen en even niet te reizen!! Ondertussen hebben we het aanbod gehad om een mooring te gebruiken, dus we liggen nu veilig aan een mooring. We krijgen bezoek van Jo, een Duitse solozeiler, die met een Albin Vega van 8 meter de oceaan is overgestoken. We hebben hem al een paar keer zien liggen en het is leuk om nu kennis met hem te maken. Wat reizen we toch luxe als we zijn verhalen horen!! ’s Middags lopen we naar Falmouth Harbour om bootjes te gaan kijken. Raoul kan zijn hart ophalen want er liggen wel meer dan 30 megazeiljachten aan de steigers. Wat jammer toch dat al die bemanningsleden van de luxe zeiljachten alleen maar aan het poetsen zijn, want anders had het me ook een leuke job geleken! Op de terugweg gaan we nog even naar Salty Dogs!


Maltese Falcon.

Athena.

De volgende ochtend doen we eerst school en varen dan naar Falmouth Harbour. We hebben dringend boodschappen nodig en in English Harbour zijn geen winkels. Falmouth harbour is een ruime baai en we vinden er makkelijk een plek en het anker houdt goed. Wat heerlijk na al het ankergedoe in English Harbour. We vinden inderdaad een grote supermarkt en doen inkopen want de komende dagen willen we ankeren achter onbewoonde eilandjes. Nu we toch in Falmouth Harbour zijn gaan we nog een keer bootjes kijken. We zien nu ook de Sea Leopard 3 liggen, die we al eerder in Tenerife hadden zien liggen en die de eerste dag als eerste is geëindigd in de RORC 600.

Green Island.

De afgelopen dagen heeft het redelijk hard gewaaid en nu gaat de wind eindelijk een beetje liggen. Een mooi moment om te vertrekken naar Green Island, aan de noordoost kant van Antigua. Eerst doen we nog school want dat moet ook doorgaan!! Rond de lunch vertrekken we naar Green Island en er staan buiten enorme golven. We moeten recht tegen de wind en golven in. We hebben weinig zin om ertegenin te moeten zeilen dus we hijsen het grootzeil, zetten het derde rif en houden de motor goed aan.  Zo duwen we de boot door de golven maar maken daarbij wel enorme klappen. Gelukkig is de tocht maar 12 mijl en na 2,5 uur stampen zijn we bij de ingang van Green Island. We varen tussen riffen door en het water is prachtig mooi turquoise. Bij Green Island liggen een aantal moorings, we pakken een mooring op met uitzicht op het rif en het eiland. Het is hier weer waanzinnig mooi alhoewel het toch niet kan tippen aan de Tobago Cays. Als Raoul de boot inspecteert ziet hij dat de verstaging van het rechter onder want kapot is. Als hij de mast in gaat ziet hij dat er twee stringen gebroken van de verstaging dus dat is wel even schrikken. Als de andere stringen nu ook kapot gaat knapt de verstaging, die voor de stabiliteit van de mast moet zorgen. Tja en als de verstaging kapot gaat kan de mast er wel eens afkukelen. We laten het hele probleem nog even op ons inwerken. Luuk heeft ondertussen zijn surfspullen al gepakt en neemt de kans waar om achter het rif te surfen. Een goede wind, mooi blauw water, weinig golven, een mooier oefenterrein is er niet te vinden. Uiteindelijk besluiten we ’s middags om morgen terug te varen naar Falmouth Harbour, omdat er daar een tuigerij is die dan eventueel nog naar onze verstaging zou kunnen kijken. Helaas duurt ons verblijft op Green Island daardoor wat korter maar we willen wel vaart zetten achter de reparatie.

Boot op het rif.

Vrijdagochtend varen we om 6 uur weg als het net licht wordt. We manoeuvreren tussen de riffen door en zien een boot op het rif liggen, waardoor we er weer aan herinnert worden om goed op te letten!! Eenmaal buiten op zee gekomen blijken er redelijke golven te staan maar we varen rustig op de motor en de genua naar Falmouth Harbour. We hebben voor de zekerheid de mast extra gefixeerd met een lijn. Het gaat allemaal goed en na anderhalf uur varen zijn we weer terug in Falmouth Harbour. Raoul gaat gelijk met de dinghy de kant op om bij de tuigerij langs te gaan. Als hij terugkomt blijkt dat de tuigerij totaal geen voorraad heeft en alles eerst besteld zal moeten worden. Aangezien we al bij veel mensen gezien hebben dat het bestellen van spullen tot een drama lijdt en in ieder geval tot veel wachttijd kan zorgen besluiten we om zo snel mogelijk door te varen naar St. Maarten met een tussenstop in St. Eustatius. Als we de kinderen vragen wat ze vandaag nog meer willen doen roepen ze in koor: “We willen naar Salty Dogs”. We gaan dus nog een laatste keer naar Salty Dogs om daar te tafelvoetballen, te internetten, te lunchen en van het uitzicht te genieten. ’s Middags verleggen we de boot voor Pigeon Beach in Falmouth Harbour om makkelijk naar het strand te kunnen. Zo hebben we nog een relaxte middag aan het strand en skimboarden en surfen de jongens in het rond.
 
St. Eustatius.
 

St. Eustatius

De volgende ochtend staan we om 5 uur als het nog donker is op om de lange tocht 75 mijl naar St. Eustatius te beginnen. Als we de haven uitvaren is de zee spiegelglad en als we achterom kijken zien we de verlichte masten van de megazeiljachten op de achtergrond. Rond zes uur wordt het  licht en zijn we al bijna achter het eiland vandaan. Er komt langzamerhand meer wind en hogere golven. We varen net zo als vorige keer alleen op de genua om de mast te ontlasten en houden de motor bij om vaart te maken en om ons door de golven te helpen. De eerste uren is de zee erg onrustig en maken we aardige schuivers. Elke keer kijken we of de verstaging het houdt maar relaxt varen is het niet. Gelukkig worden de golven gedurende de dag kalmer en neemt de wind ook wat af. Langzamerhand krijgen we steeds meer het gevoel dat we de oversteek goed zullen doorstaan en gaan dan ook aan de borrel als we tussen St. Kitts en St. Eustatius doorvaren. Als we bij Oranjestad aankomen zien we vele Nederlandse boten aan de moorings liggen. Een aantal boten zoals de Ostrea hebben we al sinds Lanzarote niet meer gezien, de Annalena al niet meer sinds Suriname, de Cedo Nulli sinds Tobago en later komt ook nog de Mare Liberum aanvaren. Wat een feest dat al deze boten hier liggen, dat beloofd nog wat!! Als we eenmaal goed en wel liggen komen Gerard en Rommy van de Annalena borrelen en we praten met hun bij over onze belevenissen  in de Carieb.


Fort Oranje.

Kanonnen op Fort Oranje.

 Zondagochtend moeten we als eerste de boot inklaren. We zijn wel even benieuwd hoe dat hier in ‘Nederland’ gaat. We vinden de douane in een container en er staat een vriendelijke douane ambtenaar, uit Veere,  klaar om ons in te klaren. We kunnen zelfs in Euro’s betalen, alhoewel er later uit de geldautomaat alleen maar US$ dollars blijken te komen. St. Eustatius ziet er vanaf de kant niet erg aantrekkelijk uit omdat er allemaal tankboten voor anker liggen, vanwege de olieopslag op het eiland en de haven vol staat met containers . In de 18e eeuw was Eustatius een belangrijk handelseiland en werd er handel gedreven in slaven, rum, voorraden en specerijen. Het eiland werd ook wel de gouden rots genoemd. Aan de waterkant waren pakhuizen gebouwd, waarvan de funderingen nu deels in zee liggen en deels als ruïne langs de kant van de weg staan. Een aantal pakhuizen zijn met steun uit Nederland gerenoveerd. Oranjestad zelf ligt hoger op het eiland en via de oude slavenweg lopen we omhoog. Het Oranje Fort is prachtig gerestaureerd en de straten daarom heen zijn netjes betegeld. We bezoeken ook nog het museum om een beter beeld te krijgen van het verleden van St. Eustatius. Naarmate we verder de stad of beter gezegd dorp, 3.400 inwoners,  inlopen wordt het steeds rommeliger en heerst er een Caribische sfeer. De auto’s rijden links, er komt overal erg harde muziek uit de auto’s en we worden vriendelijk in het Engels gegroet. We zien weinig tekenen van Nederlandse invloeden!! Er rijden auto’s rond met de kentekenplaten: St. Eustatia, the historic gem. Naast het fort en de gerestaureerde pakhuizen kunnen we weinig historische gebouwen ontdekken en zien we weinig terug van het eens zo florerende St. Eustatius. We vinden we het erg leuk om St. Eustatius gezien te hebben vanwege de band met Nederland, maar begrijpen wel waarom veel zeiljachten dit eiland overslaan want zoveel te zien is er niet. Een leuke bijkomstigheid is dat er vele Nederlandse boten liggen en we hebben afgesproken om aan het einde van de middag te borrelen bij het zwembad. Het lijkt wel een soort reünie en het is erg leuk om alle belevenissen te horen en alle ervaringen te delen. Als we terugkomen op de boot blijkt de ankerplek erg oncomfortabel geworden te zijn want er komen nu redelijke golven binnen. We liggen erg te rollen en vinden het dan ook niet erg om morgenvroeg weer verder te varen!
Kentekenplaten op St. Eustatius.
 
Na een slapeloze nacht varen we om 6 uur weg bij St. Eustatius. Op naar St. Maarten maar dat is maar een kleine tocht van zo’n 35 mijl. Als we onder het eiland vandaan komen staat er een matig windje en kunnen we met de genua uit halve wind varen. We laten de motor bijstaan om vaart te blijven maken. Het is een aangename tocht zeker met in het vooruitzicht dat de verstaging waarschijnlijk in St. Maarten gemaakt kan worden. Om half één leggen we aan in Simpson Baai en gaan daar voor anker. Raoul gaat onmiddellijk naar de tuigerij, die in de Simpson Lagune zit en komt met goed nieuws terug dat de tuiger onze ‘speciale’ terminals  van de verstaging heeft. We kunnen om half 6 door de brug en dan bij de tuigerij aanmeren en Raoul kan dan al met het aftuigen van de verstaging beginnen. Dat klinkt in ieder geval goed. We hebben nog maar niet naar de prijs gevraagd!!  Als Raoul later naar de douane gaat doe ik school met de kinderen. Ondertussen zie ik dat Gerard en Rommy van de Annalena ook zijn aangekomen en naast ons liggen. Hebben we iemand om straks gezellig mee te borrelen!!

Bella Mente.

 



Dockyard museum
Luuk as a soldier of the West Indies.

Sjoerd as Nelson.











Freeman Bay


Looking at the mega sail yachts in Falmouth Harbour.

 


Behind the reef.
Luuk windsurfing behind the reef.
















Our favorit bar Salty Dogs.
View from Salty Dogs.

 
 

 

 

 

 



Beautiful Caribbean house at St. Eustatia.
 


Dutch gathering at the pool in St. Eustatia.





maandag 18 februari 2013


Boiling Lake


Dominica


Het is feest in Dominica en de Calypso (Caribisch muziekfestival) heeft de hele nacht geduurd tot 7 uur ’s ochtends!  Af en toe hadden we het gevoel alsof de boxen langs het strand stonden want het was een enorme herrie. Als we om negen uur klaar zitten om opgehaald te worden voor de tour blijkt het voor niets. Rond half tien roepen een aantal andere boten, die ook meegaan met de tour,  Pancho op en komt er actie. Uiteindelijk worden we om 10 uur afgehaald en blijkt dat Pancho zich verslapen heeft want hij was tot laat aan het feesten!! We rijden eerst via het centrum van Dominica, daarna langs de oostkust en genieten van de prachtige natuur. Het eiland is bijzonder groen en we passeren vele rivieren. Volgens de chauffeur zijn er zo’n 360 rivieren voor bijna elke dag één. Rond twaalven komen we in Victoria Falls aan en beginnen aan de wandeling naar de watervallen. De natuur is adembenemend mooi want we wandelen door een prachtig regenwoud en overal zijn er mooie doorkijkjes langs de rivier. De gids vertelt ons dat we de rivier zeker 5 keer moeten oversteken voordat we bij de watervallen zijn. Al gauw wordt het duidelijk dat het geen eenvoudige wandeling is want we waden door rivieren tot over onze middel en klauteren over gladde stenen. Af en toe is het wel even spannend hoe we sommige hordes moeten nemen maar de gids laat ons zien wat we moeten doen en iedereen helpt elkaar. Het water van de rivier is lichtblauw, wittig door de zwavel, want het water van de rivier komt uit het boiling lake waar we later in de week naartoe gaan. Na anderhalf uur lopen komen we bij de Victoria Falls, de hoogste waterval van Dominica en het water komt met een enorm geweld naar beneden. Nadat we in het meer gezwommen hebben nemen we dezelfde weg weer terug. Na de vermoeiende maar bijzondere tocht lunchen we in een rastarestaurant, het eten wordt geserveerd in een kalebas en met een glas bier erbij is de vermoeidheid zo vergeten. Later in de middag rijden we via de zuidkust terug naar Roseau en hebben zo ook een groot deel van het eiland gezien.
Klauteren van rots naar rots en tot onze middel door de rivier.


Maandag is het carnaval en we hebben er allemaal zin in. Wel is het onduidelijk wanneer de parade is maar we lopen om tien uur op goed geluk de stad in. We zien nog weinig activiteit dus gaan we eerst naar de douane om de boot in te klaren. In Dominica hoef je de boot alleen maar in te klaren en als je binnen twee weken het land verlaat hoef je de boot ook niet meer uit te klaren. Ongelooflijk hoe gemakkelijk het allemaal geworden is. Als we rond elf uur de stad inlopen vinden we dat er een erg onaangename sfeer heerst. Er lopen vele dronken mensen rond en alleen maar opgeschoten jeugd. We besluiten dan maar om terug te gaan naar de boot. Na de lunch proberen we het nog een keer en is de stemming in de stad heel anders. Er lopen allemaal gezinnetjes rond, er is muziek en overal kan je wat te eten of te drinken kopen. Na wat navraag gedaan te hebben wanneer de parade begint krijgen we allemaal verschillende antwoorden. Af en toe komt er een kar door de straten met veel muziek maar er is geen sprake van een parade. Na een uur wachten geven we het op en gaan terug naar de boot. Een mevrouw vertelt ons dat morgen de echte parade met alles kostuums is maar wij hebben ondertussen genoeg van het carnaval dus wij gaan het niet meer meemaken!! Als we terug gaan naar de dinghy blijkt dat onze dinghy onder de steiger is geraakt en waarschijnlijk door een spijker lek geprikt. De dinghy is half leeggelopen maar Raoul kan er nog mee varen en brengt de jongens aan boord en pompt de dinghy op. Als ook ik aan boord ben krijgen we bezoek van Fred en Lydia van de Samantha, een Nederlandse boot die naast ons aan de mooring is komen te liggen. We laten de dinghy voor wat het is en nodigen Fred en Lydia voor een borrel uit. Aan de andere kant naast ons heeft Alan van de Cheal ondertussen zijn anker uitgegooid en ook hem nodigen we uit voor een borrel. Alan is een Ierse solozeiler en hebben we in Grenada ontmoet toen we met Graham en Joannie optrokken. Het is erg leuk om Alan weer te zien en zijn verhalen te horen. Uiteindelijk is het dus nog een hele gezellig middag geworden! Na het borrelen plakken we de dinghy en het blijkt dat het plaksel houdt dus dat probleem is ook weer opgelost. ’s Avonds peddelen we nog even naar de Samantha voor een kop koffie.
De enige leuke band met kostuums.


Dinsdag staat er een wandeltocht naar de boiling lake op het programma. We zitten om acht uur netjes klaar maar er komt wederom niemand opdagen. Om half negen besluit ik om met de kinderen school te gaan doen en het wandelplan te vergeten. Pancho komt zich om tien uur verontschuldigen maar daar kunnen we niets mee. We vinden uiteindelijk een andere gids en plannen de tour voor morgen. Rond de lunch gaan we naar met de bus naar champagne reef, een rif waar de zwavelbubbels uit de grond komen. Het idee is om er te gaan snorkelen om de bubbels te bekijken maar als we er aankomen blijkt er een enorme branding op het strand met stenen te staan. Alleen Raoul gaat erin maar hij haalt zijn voeten open. Als hij eruit komt blijken de bubbels ook niet zo spectaculair te zijn dus we hebben niet veel gemist. Vanuit de bar hebben we een mooi uitzicht over de baai en horen het geluid van de branding onder ons. Plotseling klimt er een leguaan bij ons op de balustrade, die doodleuk verder wandelt en daarna in de bomen verdwijnt. Terug bij de boot worden de waterski’s tevoorschijn gehaald en volop gewaterskied. Sjoerd maakt de gekste capriolen op twee ski’s en Luuk lukt het al om te mono skiën (waterskiën op één ski). ’s Avonds komen Fred en Lydia nog langs voor een kop koffie en om afscheid te nemen, want zij varen morgen verder naar Martinique.
Sjoerd op de waterski's


Woensdagochtend vroeg komt Sea Cat, waarmee we de tour geregeld hebben, langs om te kijken of we al klaar staan. Het lijkt wel alsof het dan toch gaat gebeuren!! Om acht uur varen we naar de afgesproken plek en worden we opgehaald met een busje en er blijken nog twee Duitsers mee te gaan. We worden aan het begin van de tocht afgezet en voorgesteld aan Kello de gids, die met ons meegaat. We lopen eerst anderhalf uur door een fantastisch regenwoud en Kello legt van alles uit over de planten en bomen. Er volgt een zeer steile klim naar de top van de berg, waar de bomen veranderen in laag struikgewas en waarvandaan we een prachtig uitzicht over de vallei hebben. We dalen af en komen in de desolation valley, waar zwavel en kokend water omhoog komt. De klei met zwavel schijnt er goed voor je huid te zijn en we proberen het uit op onze gezichten. Kello kookt voor ons een eitje in het kokende water en die energie kunnen we zeker nog gebruiken want we moeten kleine riviertjes oversteken en nogmaals klimmen voordat we bij boiling Lake zijn. Na drie en een half uur lopen zijn we er en kijken we vol verbazing naar het grote bubbelende zwavelmeer voor ons, het tweede grootste boiling lake van de wereld! Na een goede lunch gaan we weer terug en lopen dit keer bijna non stop door. Gelukkig zit er nu maar één lange klim in die we moeizaam opkomen want we zijn allemaal aardig moe. De jongens lijken nergens last van te hebben en zijn continu de hele groep vooruit. De rest van de tocht is grotendeels bergaf wat ons makkelijker afgaat. Aan het einde van de tocht kunnen we heerlijk bijkomen en zwemmen in de Titou Gorge, waar ook een scene van Pirates of the Caribbean is opgenomen. De Titou Gorge is een nauwe doorgang tussen rotsen en als we ertussendoor zwemmen komen we uit bij een waterval. Het water van de Gorge is erg koud maar gelukkig komt er uit de rotsen ook warm water van het boiling lake. Na de verfrissende duik worden we teruggebracht naar de boot. ´s Avonds hebben we genoeg om over na te praten en zijn er trots dat de jongens zo goed gelopen hebben. Voor ons is zeker deze wandeltocht één van de vele highlights van onze trip tot nu toe!


Desolation valley


Een masker van zwavelklei.

Een heerlijk gekookt eitje.

 

Ile de Saints


De volgende dag hebben we allemaal, behalve de jongens, spierpijn en vertrekken we naar Ile de Saints een drietal kleine eilanden die bij Frankrijk horen. Als we langs de kust van Dominica varen staat er weinig wind en kan ik mooi school doen met de kinderen. Als we eenmaal onder het eiland vandaan komen staat er wederom een goede wind en rollen we de genua uit. We hebben geen zin in een actieve zeildag want we zijn nog een beetje aan het bijkomen van de wandeltocht. We lopen alleen met de genua zo’n 6 knopen dus dat is goed genoeg. We komen rond half drie bij Ile de Saints aan een aantal kleine eilanden voor de kust van Guadelope. In de baai liggen 80 moorings en we kunnen gelukkig nog een vrije mooring vinden. We gaan met de dinghy naar de kant om ons in te klaren want we zijn nu weer op Frans grondgebied, wat ook wel weer te merken is want alles is weer netjes aangeharkt. Het blijkt dat we uiteindelijk in een internet café de boot kunnen inklaren, door zelf alle gegevens in de computer te stoppen en uit te printen. We vinden een Carrefour waar we weer alles kunnen krijgen dus we doen weer goed inkopen. ´s Avonds genieten we in de kuip van de lichtjes van Guadeloupe onder het genot van een kopje koffie.
De baai Terres- Haute, Isle de Saints.


We starten de dag met school en gaan daarna de kant op om het fort van Napoleon te bekijken. Het fort staat hoog op de heuvel dus het is een hele klim en de kuiten zijn nog wat gevoelig. Het fort is nu een museum en de moeite waard, met name de maquete van de belangrijke veldslag bij Ile de Saints in 1782, tussen de Fransen en Engelsen maken veel indruk op de jongens. In de tuin rond het kasteel kunnen de jongens weer op leguanen jacht want er lopen er een aantal mooie exemplaren rond. We dalen wederom af naar het toeristische Bourg de Saintes en halen daar de laatste boodschappen. We varen een baai verder naar Pain de Sucre en gooien het anker uit. De  baai is redelijk idylische met zandstrand en palmbomen. Bij de rots van Pain de Sucre kun je goed duiken en we gaan alle vier naar beneden. Ik neem voor het eerst één van de jongens mee zodat we met z’n allen naar beneden kunnen gaan. Het is nog wel even wennen om met een kind te zwemmen, maar Sjoerd geniet ervan om met me te duiken en we zien weer allerlei mooie vissen en koralen.


Leguaan op Isle de Saints.

 

Guadeloupe

Zaterdagochtend verlaten we Ile de Saints rond een uur of acht voor een tocht van 40 mijl naar Deshaies in Guadeloupe. Als we net achter Ile de Saints wegvaren komen we in een enorme squall terecht met veel wind, minimaal dertig knopen en regen. Gelukkig hadden we alleen maar de genua uitstaan omdat het een korte trip tussen de eilanden was en achter het eiland de wind vaak weer wegvalt. Het is dus een korte maar heftige oversteek naar Guadeloupe maar als we eenmaal achter het eiland varen staat er inderdaad geen wind en motoren we rustig verder. We maken een lunchstop bij de Pigeon Eilanden, een paar kleine eilanden dat nu een natuurreservaat is en genoemd hebben naar de heer Jacques Cousteau. Bij de eilanden liggen moorings en je kunt er vanaf je boot duiken. We nemen ieder één van de jongens en maken een fantastische duik. We zien dit keer een grotere verscheidenheid aan vissen, de vissen zijn groter en we zien zelfs een schildpad zwemmen. Het is de beste duik tot nu toe!! Als we op de boot ons vissenboek erbij pakken kunnen we een paar soorten vissen terugvinden zoals bijv. de black durgon, trunkfish, queen parrotfish, sergeant major en four eye butterfly fish. Na de lunch varen we door naar Deshaies waar we wederom bij een internet café kunnen uitklaren. ´s Middags zien we een Engelse boot, de Mad Fish met een paar jongens erop in de leeftijden van Luuk en Sjoerd en we gaan langs om kennis te maken. De jongens kunnen het goed met elkaar vinden dus hopelijk zien we ze nog ergens tijdens de trip. Als we naar onze boot terugvaren zien we ineens de MareLiberum liggen, een Nederlandse boot die we voor het laatst in Tobago gezien hebben. ´s Avonds kletsen we gezellig bij tijdens een kop koffie en ook hun hopen we later nog weer eens te zien.v

Klaar om te duiken bij het Cousteau National Park.
Ongelooflijk hoe snel de tijd gaat!! Vandaag trekken we alweer verder naar Antigua en zijn al bijna bij de bovenste bovenwindse eilanden aangekomen. De tocht naar Antigua is 40 mijl en we vertrekken vroeg. Als we achter Guadeloupe vandaan komen staat er zeker windkracht 5 en zijn we blij dat we het grootzeil met twee reven hebben gehesen. Wel kunnen we halve wind varen maar er staan redelijk hoge golven waardoor het niet erg comfortabel is aan boord. Halverwege de overtocht gaat het harder waaien en rollen we ook de genua half in. We varen wederom als een tierelier met een gemiddelde van 7 knopen en binnen 6 uur varen zijn we in Antigua. We varen English Harbour binnen en ankeren voor de haven in Reefmann Bay. Een leuke baai met zandstrandjes maar het is een vrij drukke ankerplek en aangezien er niet veel wind staat draaien we continu rondjes. ’s Avons kunnen we meegenieten van de muziek van het feest bij Shirley Hights, de heuvel voor ons. Er speelt een goede cover band met rock’n roll muziek en reggae. De komende week gaan we de vele baaien van Antigua ontdekken en genieten van het turquoise water.







Victoria Falls
 



The river.
The boys swimming in the pool of the Victoria Falls.



 

 
 
 
 
 


Champagne reef.




Boiling Lake Valley.

Natural tatoe.

National flower of Dominica.




 

 

 

 



Bourg de Saintes, Ile de Saints.
 


Courtesy flag of France for Isle the Saints and Guadeloupe.


Pigeon Islands, National Park Jacques Cousteau.


 

zaterdag 9 februari 2013

 



St. Anne, Carnaval parade.

Martinique


Zondagochtend doen we het rustig aan, we gaan nog een keer naar het zwembad en de kinderen halen voor de laatste keer een ijsje. We lunchen aan boord en maken ons klaar voor de overtocht van zo’n 20 mijl naar Martinique. We stellen ons er op in dat we nog één keer hoog aan de wind moeten varen en dat het weer een Spartaans tripje gaat worden. Het is ons weer helemaal duidelijk waarom de eilanden van Grenada tot en Martinique de Windwards  Islands genoemd worden!!  Als we de baai uitvaren staat er een rustig windje, zo’n windkracht drie en als we aan de oversteek tussen de eilanden beginnen merken we niet dat de wind harder wordt. De golven zijn ook niet hoog en we varen met een goede snelheid. Zo hebben we onverwachts een heerlijk zondagmiddag tripje naar Martinique en hebben sinds lange tijd niet zo lekker gevaren!! We komen om 4 uur in St. Anne aan en gaan aan de borrel. We horen hele harde trommelgeluiden vanaf de kant en als ik de verrekijker erbij pak, zie ik een optocht langs het strand lopen. Zou het een carnavalsoptocht zijn? We nemen de dinghy naar de kant , varen nog even bij een nieuwe Nederlandse boot de Anna Sofia langs en spreken af dat we later terugkomen voor een borrel. Eenmaal op de kant aangekomen blijkt het inderdaad een carnavalsoptocht te zijn en we zijn dus met onze neus in de boter gevallen. De optocht bestaat uit verschillende bands met danseressen en er wordt vol overgave gedanst en getrommeld!!! Na de optocht maken we kennis met Jan en Annelies van de Anna Sofia, die al een aantal jaren rondvaren. Wederom weer leuk om nieuwe mensen te ontmoeten en hun verhaal te horen.
St. Anne, carnaval parade.
 Maandagmorgen varen we met de boot naar Le Marin een paar mijl verderop, dat een grote uitvalsbasis voor charterboten waardoor er veel watersportbedrijven en voorzieningen zijn. Als we Marin binnenvaren zien we honderden boten voor anker liggen, wat een ontzettende drukte, maar we vinden nog een plekje. Raoul gaat de kant op om de watersportbedrijven uit te checken en de boot in te klaren in Martinique. Terwijl Raoul weg is doe ik school met de kinderen. Op een gegeven moment merk ik dat we wel erg dicht op onze achterburen liggen en blijkt het dat we van het anker zijn. Ik doe snel de motor aan en begin de boot naar voren te varen terwijl Luuk probeert de ankerlijn binnen te halen. Het binnenhalen van de lijn is een lastige klus want er staan redelijke harde windvlagen en ik loop naar voren om hem te helpen terwijl Sjoerd het roer houdt. Ondertussen merk ik al dat het een hele klus wordt om het anker op te halen met de kinderen, want Sjoerd begint ondertussen te panieken aan het roer. Wel zie ik dat we aardig uit de buurt van onze achterburen zijn dus in noodgeval zouden we zo kunnen blijven liggen, maar op dat moment komt er een dinghy langs met een Frans echtpaar en ik weet hun aandacht te trekken. De man komt bij ons aan boord en helpt de jongens met het anker terwijl ik het roer neem. We halen het anker op en hij weet een betere plek om te ankeren, iets ondieper en met een zachtere ondergrond. We varen naar die plek toe en gooien daar het anker uit. Ik ben die man ontzettend dankbaar maar hij wil niets van een fles wijn weten en stapt weer in z’n dinghy. Als Raoul terugkomt vertellen de jongens het verhalen in geuren en kleuren. Het was even een spannend moment maar alles is gelukkig goed afgelopen! 
Luuk op de waterski's in St. Anne.
Raoul heeft ondertussen ook goede zaken gedaan en heeft een display gevonden voor onze motor. Als hij de display erop schroeft is het alarmprobleem verholpen. Het inklaren in Martinique heeft Raoul gewoon bij een watersportzaak gedaan via de computer. Zo gemakkelijk hebben we het nog nooit gehad. We gaan daarna met z’n allen naar de kant om boodschappen te doen bij een grote supermarkt waar we met onze dinghy kunnen aanleggen. Het is weer heerlijk om in een Europese supermarkt rond te lopen dus we slaan groot in!! Als we de supermarkt uitlopen komen we Zwitserse kennissen tegen, die we in Portugal ontmoet hebben. Het is leuk hun weer te zien en hun verhalen over de oversteek te horen. Met een volgeladen boodschappenkarretje verlaten we de winkel en laden de dinghy, we varen zachtjes terug naar de boot en gaan weer terug naar St. Anne. ’s Middags gaat Raoul waterskiën met dus zij hebben hun pretje ook weer gehad.


Baai van St. Ann met dinghy dock en mooie boulevard.
 We hebben nog niets van St. Anne gezien dus we besluiten nog een dagje te blijven. We doen ’s ochtends school en gaan St. Anne verkennen. Het is een klein dorpje met een echte dorpsplein, kerk en betegelde boulevard. De kinderen kunnen dus eindelijk hun waveboarden weer eens tevoorschijn halen!! ’s middags maken we met de kinderen een duik bij een rif dat vlakbij in de buurt is. Voor mij is dit pas m’n eerste duik en het is fantastisch om van dichtbij de koralen te zien en de vissen. We zien ook nog een hele mooie platvis met prachtige paarse stippen en een paarse rand. Raoul neemt één voor één de kinderen mee via zijn tweede mondstuk en we duiken met z’n allen tot 10 meter diep. Het is geweldig om dit zo met elkaar te kunnen doen!! ’s Middag nodigen we de Anna Sofia nog uit voor een borrel bij ons aan boord.
Strand van Grande Anse.

Woensdagochtend varen we door naar Grande Anse. Als we eenmaal buiten de baai komen blijkt het redelijk hard te waaien  met alleen de genua op en de wind in de rug, varen we langs de zuidkant van Martinique. Als we Diamond Rock voorbij zijn volgen we verder de westkust van Martinique waar een paar mooie baaien zijn om te ankeren.  Bij Grande Anse aangekomen nemen we een mooring om aan vast te liggen omdat het nog steeds erg hard waait, de kopjes staan op de golven en er niet veel ruimte is om te ankeren. We worden netjes geholpen bij het vastmaken van de mooring en het blijkt dat de mooring gratis is!! Vive la France!! Helaas is er tijdens het varen niet veel van school gekomen dus moet dat alsnog gebeuren. Later in de middag gaan we de kant op om Grande Anse te bekijken en het blijkt een relaxt vakantiedorp te zijn met vrolijke terrassen, met bont gekleurde tafels en stoelen. Wel betalen we op de terrassen voor het eerst weer Europese prijzen!

Raoul en Luuk.


Moeders.
 
Sjoerd en Raoul.


Het bevalt ons zo goed dat we nog een dagje willen blijven. ’s Ochtends doen we eerst school en daarna gaan we duiken. We laden de dinghy vol met onze duikspullen en vinden een mooie duik plek langs één van de rotswanden van het eiland. Op de meeste eilanden mag je niet zonder professionele begeleiding duiken maar in Frankrijk zijn ze daar niet zo moeilijk in dus nemen we het nu maar goed waar. We gaan allemaal een keer naar beneden en zien hele mooie koralen, gekleurde vissen en dit keer ook een grote trompetvis. Raoul en Sjoerd zien ook nog een leeuwvis. ’s Middags gaan we naar het strand en nemen de i-pot en i-pad zoals gewoonlijk mee, om op een terrasje te kunnen internetten. ’s Avonds genieten we van een hele mooie zonsondergang in de baai.
Zonsondergang in de baai.

De volgende dag varen we door naar de hoofdstad Fort de France. We ankeren naast het fort St. Louis en liggen zo vlak bij het centrum. In Fort de France kunnen we wederom bij een watersportwinkel via een computer de boot uitklaren. We vinden een groot shopping centrum waar de jongens eindelijk kunnen funshoppen. Al gauw hebben ze het Wii spel gevonden wat ze allebei erg graag willen hebben en kunnen ze eindelijk de euro’s uitgeven, die ze al zo lang hebben bewaard. De rest van de middag bekijken we de stad waarvan een aantal delen zijn mooi aangelegd zoals het park, waar we het standbeeld van Josephine (de vrouw van Napoleon) zonder hoofd vinden! Zijn vrouw is in Martinique geboren en een dochter van een plantagehouder en niet erg geliefd in Martinique omdat ze ervan verantwoordelijk wordt gehouden dat Napoleon niets aan de slavernij heeft gedaan. Verder een mooie speeltuin aan de boulevard, goede dinghy dock om af te meren en een keurig strand naast het fort. De stad zelf is niet zo bijzonder maar heeft wel een aantal mooie oude gebouwen zoals de kathedraal en een prachtige bibliotheek Schoelcher, ontworpen door de heer Eifel en gebouwd in Frankrijk en verscheept naar Martinique. ’s Avonds is de stad mooi verlicht en klinken er overal trommels.
Fort de France met kathedraal in het midden.

Vandaag zijn we vroeg vertrokken en langs de westkant van Martinique gevaren. De noordkant van Martinique is minder ontwikkeld en groener, al lijkt het eiland vanaf de boot erg netjes aangeharkt! Onder het eiland hebben we weinig tot geen wind en motoren het hele stuk. Als we achter het eiland vandaan komen blijkt er een goede windkracht 4 tot 5 te staan maar we kunnen halve wind varen. We hijsen het grootzeil en zetten het tweede rif erin en rollen de genua uit. Het is een sportief uitje en af en toe zwaar aan het stuur maar we varen als een tierelier met een gemiddelde van 8 knopen. De overtocht van 26 mijl tikken we in ruim drie uur af. Als we dichtbij Dominica komen ziet het eiland er een stuk ruiger en groener uit als Martinique. Als we eenmaal onder het eiland komen zijn we binnen een uur in Rousseau waar we door boat boy Pancho aan een mooring geholpen worden. De moorings zijn hier maar 20 Eastern Caribean dollar per nacht dus dat zijn weer normale Caribische prijzen (ongeveer 5 euro per nacht). Pancho weet van alles over het eiland en kan voor ons ook een eiland tour regelen, die we morgen gaan doen. Dominica schijnt een super mooi eiland qua natuur te zijn dus daar willen we zeker nog een aantal dagen van genieten.

 
Band of the carnaval parade.

Dancers of the carnaval parade.

The kids with their wave boards in St. Anne.
 

Church of St. Anne.



Luuk talking to his friend Ludo via Skype.

Sunset in Grande Anse.


Library Schoelcher in Fort the France.

 
Arrival in Dominica.
Courtesy flag of Dominica.