zondag 14 april 2013


Fidel en Raul Castro bij hun geboortehuis in Biran.

 

Oversteek naar Cuba

Na een heerlijke relaxte dag in de baai van Boqueron, aan de westkust van Puerto Rico, halen we om half vijf het anker op en gaan op de motor de baai uit. ’s Avonds staat er aan de zuidkant van het eiland meestal geen wind, omdat de koele lucht van de bergen de passaatwinden tegenhouden. We zien een prachtige zonsondergang en genieten nog even van de rust, want we zien verderop de wind al komen. Vannacht steken we de Mona Passage tussen Puerto Rico en de Dominicaanse Republiek over en dit is een beruchte passage. Er staat veel stroming, er kunnen hoge golven ontstaan omdat de zeebodem van zeer diep naar ondiep gaat en de wind wordt soms versterkt tussen de eilanden of langs een kaap. Vannacht zou het niet zo hard waaien zodat we hopelijk een rustige oversteek hebben. Als eenmaal de wind is ingezet hijsen we de zeilen en verloopt de avond rustig totdat ik om tien uur de wacht van Raoul overneem. Ik zie een hele donkere bruine lucht aankomen en we zetten het tweede rif in het grootzeil. Tijdens de wacht neemt de wind alleen maar toe en als Raoul de wacht overneemt besluiten we het hele grootzeil eraf te halen want het is ondertussen windkracht 6. Net nadat we het zeil eraf gehaald hebben begint het te stortregenen en het wordt een erg onrustige nacht. We krijgen windsnelheden tot 26 knopen en varen halve wind dus de boot ligt ook nog eens aardig schuin. De boot maakt af en toe wat klappen en we krijgen aardig wat water over. De Mona passage maakt zijn naam dus weer eens waar! Wel hebben we de stroom mee dus de volgende ochtend zijn we al bij het hoekje van de Dominicaanse Republiek.
De rest van de dag blijft het grijs, grauw en regenachtig. We hebben het gevoel dat we op de Noordzee zeilen en na een jaar mooi weer is dit wel weer even wennen! We varen nog steeds halve wind en we voelen ons allemaal niet erg lekker. Iedereen geeft wel een keer over behalve Luuk die nergens last van blijkt te hebben. We proberen de hele dag zoveel mogelijk te liggen en de kinderen luisteren uren naar luistercd’s. Gedurende de dag wordt de wind wel wat minder en nemen de golven iets af. ‘s Middags hijsen we het grootzeil tot het derde rif want we gaan hard genoeg, zo’n 7 knopen gemiddeld en varen de hele dag langs de noordkust van de Dominicaanse Republiek. Rond middernacht kunnen we eindelijk van koers veranderen en kunnen we meer voor de wind varen. De boot ligt daardoor rechter en de wind neemt daardoor ook af.
Great Inagua, de Bahama's.
 
We kunnen het nauwelijks geloven dat het de volgende dag nog steeds grijs en grauw is. Wel is de windkracht afgenomen tot 3-4 dus we komen allemaal weer een beetje bij. We voelen ons weer wat beter en zijn aardig in geslingerd. De kinderen vermaken zich de met de nintendo’s, Wii, er is tijd voor een spelletje en we doen zelfs weer school! Al met al een aangename dag en aan het einde van de middag zien we zelfs de zon weer even. Tegen de avond zijn we bijna de Dominicaanse Republiek voorbij en varen richting het eerste eiland van de Bahama’s, Great Inagua. Als we met deze vaart doorgaan komen we morgennacht in Cuba aan en dat is iets wat we zeker niet willen. Ook hebben we continu de stroom van 1 tot 1,5 knoop mee waardoor we er hard gaan. We proberen vaart te minderen door de genua eraf te halen, maar gedurende de nacht neemt de windkracht weer toe tot windkracht zes en wordt het wederom erg onstuimig. De golven bouwen op en we maken aardige surfritten. We hebben erg veel last van squalls en tijdens de nacht komt de giek plotseling over waardoor het allemaal niet relaxter wordt. Als we in het begin van de ochtend langs het eiland Great Inagua varen besluiten we om een pitstop te maken.
Het eiland Great Inagua is zo plat als een pannenkoek en als we dicht bij het eiland zijn zien we pas de vuurtoren van het eiland. We varen langs de westkant van het eiland en vinden een baai waar we aardig beschut liggen. We hijsen de gele q-vlag waarmee we aan geven dat we nog niet ingeklaard zijn. Wat is het heerlijk om weer even rust aan boord te hebben wat goed uitkomt, want het is vandaag eerste Paasdag en we hebben een feestelijk Paasontbijt met eitjes. Na het ontbijt mogen de jongens chocolade eitjes zoeken die we door de boot verstopt hebben. We dachten eigenlijk dat ze hier al te oud voor waren maar ze hebben enorme pret tijdens het zoeken. De rest van de dag relaxen we en kunnen de jongens weer heerlijk met hun beyblades spelen. We zijn allemaal erg blij met deze pitstop en kunnen er weer tegen als we om half vijf wegvaren. We hijsen alleen de genua en zetten deze vast met een paal zodat de genua niet gaat klapperen want we varen erg voor de wind. Het nadeel van deze opzet is dat de boot erge zwiepers maakt door de golven maar het voordeel is dat we geen klapgijp kunnen krijgen, zoals we de vorige nacht hebben gehad. In het begin van de avond zien we dolfijnen die om de boot ronddartelen. Het is een hele tijd geleden dat we dolfijnen gezien hebben dus het is weer even genieten. Het waait ondertussen nog steeds windkracht zes en er staan hoge golven maar het lijkt alsof we er beter tegen kunnen en hebben een rustige nacht. Tegen de ochtend wordt de wind wat minder en wordt het rustiger.
Ingang van de lagune, Bahia de Vita.

 

Aankomst in Cuba.

De zon breekt door en varen we op ons gemak verder. We zien Cuba pas heel laat liggen en het oostelijke deel van het  ziet er vrij vlak uit met wat bergen op de achtergrond. Langs de kust zien we enorm mooie stranden met grote toeristen resorts. Rond half elf zijn we bij de ingang van de lagune waar de haven ligt. We melden ons aan bij de kustwacht en de haven via de marifoon. De haven antwoord in gebroken Engels en Spaans en wil alle gegevens van ons weten. Als we halverwege de lagune zijn zien we een speedboot  en worden we opgehaald door Alexis, een marinero van de haven. Hij stelt zich voor, verwelkomt ons hartelijk in Cuba en geeft ons allemaal een hand. Zo’n warm ontvangst hebben we nog nooit gehad dus we staan wel even te kijken!! Hij geeft aan hoe we moeten varen en we worden geholpen bij het aanleggen in de haven. Als we nog geen vijf minuten liggen gaat het hele circus los want er komen allerlei mensen aan boord voor het inklaren. Als eerste komt de dokter om te kijken of we gezond zijn en mogen daarna de gele vlag laten zakken. Daarna komt de havenmeester langs om onze gegevens te noteren en komt de man van de veterinaire dienst langs. Hij wil weten wat voor voedsel we aan boord hebben en komt de koelkast inspecteren. Als hij de chocolade eitjes ziet bied ik hem er één aan en hij eet dit stiekem op, hij geeft me een seintje dat ik niets moet zeggen?? Tot grote hilariteit van de jongens komt er een drugshond aan boord om te snuffelen. Het is een echte droefsnoet hond en hij heeft er blijkbaar geen zin in want hij moet in alle kamers geduwd worden!!

We krijgen begeleiding van de haven.
Tot slot krijgen we nog twee heren van de douane aan boord die wederom allerlei papieren zitten in te vullen met allerlei carbonnetjes ertussen voor de kopietjes. Ongelooflijk hoeveel formulieren er ingevuld moet worden, maar alles gaat in een enorm vriendelijke sfeer. Ze verwelkomen ons allemaal erg hartelijk en ze hopen dat dit niet de laatste keer is dat we naar Cuba komen! Zo’n hartelijk ontvangst hebben we tot nu toe nog niet in één land meegemaakt! Na twee uur zijn alle formaliteiten voorbij en kunnen we eindelijk ontspannen. Aan het einde van de middag lopen we langs het havenkantoor en krijgen we een schat aan informatie van de receptioniste Janet. Alles blijkt mogelijk van autohuur tot het boeken van ‘casas particulares’, een soort van bed en breakfast dus we zien het zeker zitten om door Cuba te gaan reizen. Als we ’s middags door de poort van het haventerrein lopen en in het dorp terecht komen worden we toch even stil van wat we zien. Het lijkt wel of we in de jaren zestig terecht zijn gekomen want er rijden geen auto’s op de weg, de huizen zijn erg armoedig en slecht onderhouden en we zien paard en wagen voorbijkomen. De kinderen voetballen met een kapotte voetbal en rijden op volwassen grote fietsen rond. De mensen zitten voor hun huizen te praten en we zijn natuurlijk een grote bezienswaardigheid. Als er een auto voorbij komt is dit een Amerikaanse auto uit de jaren vijftig. Een mevrouw komt naar me toe om te vragen of ik iets te wassen heb maar helaas heb ik niets te wassen, wel heb ik brood nodig en vraag of er een winkel is. De bakker blijkt al gesloten te zijn en we lopen verder. Vijf minuten later wordt ik door haar kleindochter gehaald en moet meekomen naar hun huis. Van de oude mevrouw krijg ik een plastic zak met uien, tomaten en vers brood mee. Ze wil er geen geld voor hebben want in het leven draait het niet alleen om geld!!! Ik sta er versteld van want deze mevrouw moet erg arm zijn en dan nog geeft ze spullen weg. We lopen wat in het rond en worden dan wederom uitgenodigd bij dezelfde mevrouw om even te kletsen. Ze heeft ondertussen haar zus erbij gehaald en we nemen plaats op een boomstam als echte Cubanen zegt ze. Ze woont bij haar dochter, die drie kinderen heeft en die graag met onze kinderen willen spelen. Ze kan helaas geen koffie aanbieden want er is momenteel geen stroom. We blijven even zitten en gaan daarna terug naar de boot waar we het gevoel hebben weer in een andere wereld te stappen. De haven is sterk beveiligd en een afgesloten terrein waar het aangenaam toeven is met een restaurant, douches, winkeltje en receptie. Ongelooflijk twee werelden op nog geen honderd meter afstand van elkaar. We zijn allemaal behoorlijk onder de indruk maar zijn toch erg blij dat we de stap gezet hebben om naar Cuba te gaan.

Ontspannen middag op het strand van Guardalavaca.


Maandagochtend bestellen we via Janet een taxi om naar het strand van Guadalavaca te gaan en huren een auto. Als we om 12 uur opgehaald worden laat Janet ons weten dat ze een particuliere taxi gebeld heeft en onderhandelt ze over de prijs. De staattaxi´s hebben vaste tarieven maar de particulier taxi´s zijn iets goedkoper. Sinds 2008 mogen de Cubanen een eigen bedrijf beginnen waardoor er steeds meer particuliere services worden aangeboden. Onze taxi is een oude Lada waar geen riemen in zitten, de snelheidsmeter het niet doet maar met vrolijke Cubaanse muziek! Onze taxichauffeur blijkt een vrolijke man te zijn en babbelt er aardig op los. Hij heeft twee banen om zijn gezin te onderhouden en is ’s nachts dj in een discotheek. Hij merkt dat ik de Cubaanse muziek leuk vindt en hij biedt spontaan aan om een morgen een cd langs te brengen met Cubaanse muziek als herinnering aan Cuba. Aangezien we nog geen Cubaans geld hebben stoppen we eerst om CUC’s te halen, de ‘Pesos Convertibles’, waarmee in de meeste staatsbedrijven betaald kan worden. Daarna worden we netjes bij het strand afgezet bij een groot toeristisch complex met vier hotels en appartementen. Vanaf een afstandje lijken de hotels aardig maar als je dichterbij komt zijn het oude hotels en zien ze eruit als blokkendozen. Rondom de hotels is een heel centra gebouwd voor de toeristen met een markt, restaurantjes, winkels etc. Het hele complex ligt ver van het oorspronkelijke dorp vandaan en is een wereld apart. Het strand zelf is prachtig en de zee is helder blauw. We huren een paar ligstoelen en brengen er een ontspannen middag door maar voor ons gevoel is dit toch niet het echte Cuba! Eenmaal terug bij de boot loop ik met de jongens nog even het dorp in om zeep en tandpasta te brengen bij de dame, die me gisteren de verse spullen heeft gegeven. Wederom blijken ze alle tijd te hebben en krijg ik koffie aangeboden. Het zijn super aardige mensen en we worden uitgenodigd om zaterdagavond de verjaardag van hun oudste dochter te komen vieren want dan gaan ze een varken roosteren. Sjoerd kijkt zielig naar het varken in z’n hok en is benieuwd of dit varken er zaterdag nog in ligt!
Het geboortehuis van Fidel.
 
De volgende dag worden we ’s ochtends netjes opgehaald en naar het autoverhuurbedrijf gebracht. We krijgen een spiksplinternieuwe Kia mee, die nog niet veel kilometers gereden heeft. Toch wel gek om in zo’n nieuwe auto de weg op te gaan terwijl de bevolking in oude lada’s rijdt of in Amerikaans auto’s uit de jaren vijftig. Op weg naar Holguin zien we een aantal oude Nederlandse bussen van het openbaar vervoer rijden waar de bestemmingen in Nederland nog op staan, zoals Nieuwegein, Utrecht en ‘buiten dienst’. De Cubanen halen hun bussen blijkbaar overal vandaan. Vanaf Holguin komen we meer op het platteland terecht en rijden we uren door een droog landschap met vele rancho’s. Tijdens het rijden raken we niet uitgekeken want er lopen veel mensen langs de weg, ossenwagens, paarden, paard en wagen, fietsers, bussen, vrachtwagens en personenauto’s. De meeste vrachtwagens zijn omgebouwd tot personenvervoer en we zien nauwelijks vrachtwagens die goederen vervoeren. Langs de weg staan enorm veel mensen die mee willen liften, als we een politieagent zien stoppen we maar het blijkt dat hij een lift wil en we nemen hem een stuk mee. De weg is grotendeels tweebaans en je moet goed op blijven letten want er zitten af en toe enorme kuilen in. We maken een stop in Biran waar het geboortehuis van Fidel Castro staat. We hebben nooit geweten dat Fidel afkomstig was van een rijke plantersfamilie, de vader van Castro was grootgrondbezitter en eigenaar van een compleet dorp met ongeveer 150 arbeiders. We vinden het leuk om iets meer over Fidel te weten te komen want het is zeker een man die de geschiedenisboekjes in zal gaan.
Sjoerd bij de kapper.

’s Middags rijden we door naar Santiago de Cuba en voordat we in Santiago aankomen belanden we op een heuse vierbaans snelweg waar langs de kant de paardenkarren rijden! Santiago is de tweede grootste stad van Cuba en het is lastig om met de vele nauwe eenrichtingsstraatjes onze weg te vinden maar uiteindelijk staan we voor de ‘casa particular’ waar we een adres van hebben, helaas is deze vol maar er is nog een andere in de straat waar wel plaats is. We komen uiteindelijk bij een doktersgezin terecht, die een mooi groot oud huis hebben. Van de buitenkant ziet het huis er slecht uit maar van binnen is het goed onderhouden. Het is een hoog oud huis met een binnen patio en een dakterras. Het is duidelijk dat deze mensen het niet slecht hebben want er staat een enorm groot beeldscherm en tot groot plezier van onze jongens een Wii waar ze ook mee mogen spelen. Na het kopje koffie dat we aangeboden krijgen gaan we de stad in en staan al vrij gauw in het centrum. De huizen zijn allemaal slecht onderhouden en mooie oude panden staan er totaal vergaan bij. We lopen langs en kapper en voor een tientje kunnen alle drie de mannen geknipt worden, onder het toeziend oog van Fidel, Che Guevarra en Chavez, die ingelijst aan de muur hangen! Santiago de Cuba staat bekend om zijn traditionele Cubaanse muziek en al gauw vinden we Casa de la Trova waar een band staat te spelen. Het is heerlijke muziek en echt genieten. We raken in gesprek met een paar Cubaanse meisjes en ze brengen ons naar een restaurant met een dakterras waar we een fantastisch uitzicht hebben over de stad. Tot nu toe bevalt Santiago de Cuba ons reuze goed!
Casa de la Trova
 
We hebben nog niet veel van de oude stad gezien dus dat staat de volgende ochtend als eerste op ons programma nadat we een heerlijk ontbijt gegeten hebben in de ‘casa particular’. De oude stad stelt niet zo heel veel voor en concentreert zich met name rondom het plein Parque Cespedes, waar een mooie kathedraal staat, het oudste huis van Cuba en het huis waar Fidel zijn inauguratie speech gehouden heeft want in Santiago de Cuba is de revolutie begonnen. We komen Miquel tegen een jongen, die in de haven werkt en hij neemt ons mee naar de wijk ‘Tivoli’ waar hij is opgegroeid. Het is minder toeristisch en de armoede is duidelijk te zien! We belanden in ‘Casa de Tradicionnes’, wederom een bekend café waar Compay Segundo van de groep ‘Buena Vista Social Club’ is opgegroeid en waar vele groepen optreden. Het hele café hangt vol met posters van verschillende bands en voor elven zitten we al aan een Mojito cocktail te genieten we van de muziek.Miquel vraagt of we interesse hebben in het kopen van sigaren en zo belanden we in een ‘ondergronds’ circuit. We worden naar een kamer in een steegje gebracht waar de sigaren onder het bed vandaan komen en kunnen we Cohiba sigaren kopen tegen een goede prijs. Eenmaal buiten laten we vallen dat we nog geld moeten wisselen wat geen probleem is volgens Miquel want de bankmanager zit toevallig op straat. Het blijkt een oude opa te zijn en bij hem thuis kunnen we dollars wisselen, helaas tegen dezelfde koers als bij de bank. We nemen afscheid van Miquel en geven hem nog wat geld want hij verdient 10 CUC per maand (ongeveer 10 Dollar) en moet daarvan rondkomen. Voor dat geld zijn we gisteren naar de kapper geweest!!
Heerlijke mojito's!
 Vlak bij Santiago is een prehistorisch park met prehistorische dieren, die van steen gemaakt zijn. Het valt af en toe niet mee om in Cuba de weg te vinden want er staan vaak geen borden langs de weg. Gelukkig zijn de mensen heel vriendelijk en wijzen ons de weg naar het park. We huren een paard met wagen en rijden langs de prehistorische dieren en de kinderen genieten. Luuk kan geen genoeg krijgen van de dieren en maakt tientallen foto’s! Helaas moeten we weer via Santiago rijden om uiteindelijk op de snelweg naar Baracoa te komen. We rijden grotendeels langs de kust door een droge maar prachtige natuur. Onderweg komen we veel controleposten van de politie tegen en worden meerdere malen gevraagd waar we heen gaan. Boven de weg hangen de nieuwste camera’s  dus er zal wel het één en ander worden vastgelegd. We rijden vlak langs de stad Guantanamo, waar de US een stuk grond in de baai heeft en waar de bekende gevangenis Guantanomo Bay staat. Naar ons gevoel nemen de controleposten toe naarmate we dichter bij Guantanomo komen! Vandaag vallen ons de vele revolutionaire spreuken langs de weg op zoals ‘We gaan door met de revolutie’ etc. Om de zoveel kilometer staat er wel weer een spreuk. Na Guantanamo komen we in een bergachtig gebied en rijden we van zuid naar noord door de bergen. Het is een prachtige tocht met vele mooie vergezichten. Wel jammer dat het halverwege gaat regenen en we zijn dan ook blij als we in Baracoa aankomen. In Baracoa worden we achtervolgt door fietsers, die aan ons nummerbord zien dat we toeristen zijn want ze willen graag hun ‘casa particular’ aanbieden. We slaan ze met veel moeite van ons af en we vinden het adres dat we gekregen hebben in Santiago maar dat blijkt vol te zijn. Wel heeft hij een kennis waar we kunnen slapen die ons komt halen. We komen bij een bejaard echtpaar terecht dat het niet breed heeft en op deze manier geld bijverdient. Het zijn reuze aardige mensen en vooral de dame vertelt ons veel over Cuba en de jaren negentig dat het zo slecht was. De tijden zijn nu veel beter en met name door de bed en breakfast kunnen ze hun pensioen van 8 CUC per maand aanvullen. We blijven verbaasd over het grote verschil wat de mensen verdienen en wat we vaak moeten betalen in restaurants, taxi’s, kappers, bed en breakfast etc. De mensen krijgen in lokale peso’s uitbetaald en de basisproducten zoals rijst, brood etc. krijgen ze bonnen voor. De geïmporteerde producten, wat ongeveer 80% van het voedsel is moeten ze ook in CUC’s betalen. Ongelooflijk hoe deze mensen rond moeten komen en de armoede die we om ons heen zien is daarom heel logisch.
Prehistorische vallei.
 
Wederom hebben we weer een heerlijk ontbijt met eieren in onze ‘casa’ maar helaas legt onze gastvrouw uit dat er geen boter te krijgen is in Baracoa. We hebben al een paar keer meegemaakt dat bepaalde producten op zijn dus we kijken er niet van op, in de haven was de ketchup op, als we dat aan haar vertellen beloofd ze dit morgen voor ons te regelen. De volgende ochtend staat er een nieuwe fles Ketchup op tafel voor bij de eieren, en jawel, Remia uit Holland!!  Het blijkt dat we al redelijk veel CUC’s hebben uitgegeven dus we zoeken na het ontbijt de lokale bank op. We schrikken enorm als we daar aankomen want er staan zo’n honderd mensen buiten te wachten. Na wat aandringen mogen we na een kwartier naar binnen en dan blijkt er binnen nog eens een zaal vol mensen te zitten wachten. We krijgen een nummer en moeten wederom wacht, maar de bankbediende zegt dat we snel aan de beurt zullen zijn. Het klopt want we worden redelijk snel geholpen en kunnen onze dollars in CUC’s wisselen. We zijn blij als we weer buiten staan en rijden we naar het Humboldt National Park wat zo’n 40 km ten noordwesten ligt van Baracoa. Als we Baracoa uitrijden komen we grotendeels op een onverharde weg terecht. Af en toe ligt er een stuk asfalt met enorme gaten en we rijden zigzaggend over de weg om de gaten te vermijden. Elke keer hopen we dat het beter wordt maar helaas blijft de hele weg zo tot het park. We zijn dan ook aardig door elkaar gehusseld als we bij het park aankomen. We kunnen het park alleen met een gids bekijken en maken een wandeling van drie uur. Het park is een regenwoud en we wandelen door het lagere gedeelte van het regenwoud, waardoor er ook vele naaldbomen staan maar nog steeds erg groen is.
Rivier de Tao.
Onze gids is een echte bioloog en is steeds op zoek naar vogels en staat een kwartier te graven om de kleinste kikker ter wereld voor ons te vinden. Uiteindelijk zien we de op één na kleinste kikker van zo’n 1,5 centimeter! We steken een aantal rivieren over en zwemmen in een dieper gedeelte van de rivier, al met al een prachtige wandeling. Helaas moeten we over dezelfde slechte weg terug!! Eenmaal in Baracoa aangekomen gaan we nog even het dorp in en lopen langs Casa de la Trova, waar we de Timo, Else zien en hun kinderen zien van de boot Ile du Nord. Zij waren op de ochtend aangekomen dat wij de auto gehuurd hebben. Het is heel leuk om de ervaringen uit te wisselen en we krijgen tussendoor ook nog dansles van één van de Cubanen. Het is erg leuk om weer eens de salsa te dansen!! We hadden Sjoerd beloofd om bij de Casa de Cacao wat chocolademelk te drinken dus we gaan daar met z’n allen heen. Rondom Baracoa wordt veel cacao verbouwd en er staat een cacaofabriek. Sjoerd is helemaal blij zeker als hij in het Casa de Cacao ook nog een reep chocola kan kopen. ’s Avonds eten we heerlijk in de ‘casa particular ‘ waar we ons ondertussen aardig thuis voelen.
Humboldt National Park.
 
Zaterdagochtend is het al weer tijd om terug te gaan naar de haven maar we hebben er allemaal zin in om weer terug te gaan. Het is voor het eerst dit jaar dat we vier dagen van de boot zijn en de boot is helemaal ons huis geworden. Helaas moeten we wederom over de slechte weg en zijn blij als na Moa de weg weer gewoon wordt. We rijden grotendeels langs de kust en het laatste stuk door de binnenlanden. We hebben van het ontbijt brood meegenomen voor de lunch want onderweg zijn er nauwelijks eetstalletjes of restaurantjes. We eten dan ook langs de weg in het gras. We zijn blij als we rond vier uur terug zijn in de haven want na een hele dag autorijden zijn we allemaal behoorlijk gaar. Wel hebben we uren de tijd gehad om onze ervaringen met Cuba te bespreken en vinden het moeilijk om het systeem goed te doorgronden en gaan waarschijnlijk weg met evenzovele vragen waarmee we ook gekomen zijn. ’s Avonds moeten we nog naar de verjaardag waar we geen van allen erg veel zin in hebben. Uiteindelijk ga ik alleen het huis binnen en blijven Raoul en de jongens buiten op het plein voetballen. De hele familie zit binnen te eten en ik krijg een bord met rijst, sla en geroosterd varken. Buiten hangt het varken aan het spit dat ze vijf uur geroosterd hebben. Ik vind een rustig plaatsje in de tuin waar ook de mannen rondhangen met hun flessen rum. Voor een verjaardag komt de hele familie samen en de beste vrienden. Ik ben allang blij als Mirjam, de gastvrouw me vraagt om mee te lopen om familieleden eten te brengen in het dorp. Het is prettig om even uit de drukte te zijn en als we teruglopen wordt het al donker en gebruik ik dat als excuus om terug te gaan. Weer een ervaring erbij maar we zijn allemaal te moe van de reis om ervan te genieten.
Het einde van de weg.
 
Zondagochtend doen we het rustig aan en komen we allemaal een beetje bij van de reis. We leveren de auto in en proberen nog boodschappen te doen maar in de winkels zijn geen verse producten te vinden alleen zeep, drank en wat blikken. In het toeristen complex vinden we een winkel waar ze wat vlees in de diepvries hebben dus dat komt goed uit. Terug in de haven doen we de was illegaal met de wasmachine van de haven, maar volgens Janet is er vandaag toch geen chef. We ruimen de boot op en de kinderen bouwen een auto met flessen als wielen. We maken kennis met een Zuid-Afrikaanse boot waar we kaarten van de Bahama’s kunnen kopiëren. Het blijkt dat onze elektronische kaarten niet erg goed zijn voor de Bahama’s omdat er vele ondiepten van zand niet op staan dus de kaarten komen erg goed van pas. We ontmoeten Pieter onze Nederlandse buurman (in de haven), die met een Cubaanse vrouw getrouwd is en we luisteren naar zijn verhalen en praten met hem en de andere zeilers over de situatie in Cuba. ’s Middags ga ik nog naar de bakker voor brood want hij is alleen om vier uur open. Helaas is al het brood verkocht maar hij heeft nog wel kleine bolletjes, die je normaal met de bonnen kunt krijgen. Aangezien ik geen bonnen heb mag ik het brood gratis meenemen???? We hebben in ieder geval dus vers brood dat nog heerlijk warm is en de jongens smikkelen ervan. ’s Avonds komt de Ile du Nord terug van hun reis en we raken niet uitgepraat over onze ervaringen in Cuba. We besluiten de volgende avond gezamenlijk naar de Ragged Islands, de dichtstbijzijnde eilanden groep in de Bahama’s te varen, die op zo’n 70 mijl varen liggen dus daar zouden we de volgende dag aankomen.


Straatbeeld van Cuba.
Maandag is onze laatste dag in Cuba en doen we weer school zoals alle andere weken, maar na een week paasvakantie is het weer even wennen. Raoul gaat met Timo mee hun auto wegbrengen om zo nog fruit te kunnen kopen langs de weg, maar helaas heeft het fruitstalletje nauwelijks fruit. ‘s Middags loop ik naar de bakker voor vers brood maar daar is het meel op en ik krijg weer een paar bolletjes mee waar ik wederom niet voor hoef te betalen. Als laatste ga nog even naar Mirjam om haar wat kleren te geven, die Sjoerd te klein zijn geworden en ze is er reuze blij mee want het is moeilijk om aan kleren te kopen en erg duur. We nemen hartelijk afscheid van alle mensen die in de haven werken en varen rond vijf uur de lagune uit. We zijn blij dat we uiteindelijk toch naar Cuba gekomen zijn want het is een mooi land, goede muziek, met super vriendelijke mensen en het is zeker een eiland dat iets met je doet, we zullen het er waarschijnlijk nog vaak over hebben!
Old American cars are driving around in Cuba.
 

Crossing to Cuba.

We have a relaxing day in the Bay of Boqueron, at the west coast of Puerto Rico, we leave at half past four and motor across the bay. At night there is hardly any wind at the south side of the island, because the cold air coming from the mountains stops the trade wind at night. We enjoy a lovely sunset and see the wind coming towards us. We will cross the famous Mona Passage  between Puerto Rico and the Dominican Republic tonight. It is a well know passages because of the strong current, high waves because the deep sea bottom rises very quickly and the wind accelerates between the islands and along the capes. We have looked at the weather forecast and there shouldn’t be a lot of wind so we hope to have a calm crossing. Once the wind is settled we raise the sails and everything is calm until I take over the ten o’clock watch from Raoul. I see a very dark sky coming towards us and we put in a second reef in the main sail. During my watch the wind is increasing and when Raoul takes over the watch we decide to take the main sail of because it is blowing wind force 6 by now. We were right on time because ten minutes later it starts to rain and it is a very windy night. We get wind speed up to 26 knots and we sail a reaching course, which means that the boat is all the time at an angle. We slam sometimes at the waves and getting a lot of water over the boat. The Mona Passage has proven its name! A good thing is that we have the current with us and the next morning we are already at the cape of the Dominican Republic.
The rest of the day it stays grey and rainy. We have the feeling that we are sailing at the North Sea and after a year of sunshine we have to get used to that again! We still sail on a reaching course and we are all not feeling to well. We all have to throw up except Luuk who doesn’t seem to have a problem with the movements of the boat. We try to lay down as much as possible during the day and the kids listen hours to the stories on the CD player. Luckily the wind is calming down during the day and the waves are less aggressive. During the afternoon we raise the mainsail until the third reef because we are sailing fast enough with an average of 7 knots along the Dominican Republic coast. Around midnight we are finally able to change our course and sail down wind. It is more comfortable on board because the boat is in a horizontal position and we reduce the wind speed with this course.
 
Eastern breakfast at Great Inagua, Bahamas. 

The next morning it is still grey and clouded and we can’t believe it. The wind strength reduced to wind force 3-4 and we all feel better. We are used to the movements of the boat again and recover a bit. The kids play with their nintendo’s, wii, there is time to play some games and we even do school again! Quite a pleasant day and at the end of the afternoon we even see the sun for a couple of minutes! During the evening we sail along the western cape of the Dominican Republic and we are heading for the first islands of the Bahamas, the island of Great Inagua. We are sailing to fast and if we continue on with this speed we will arrive in Cuba during the night and that is something we don’t want. The main reason why we are going so fast is that we have the current with us from 1 to 1,5 knots. We try to reduce some speed by taking away the genoa but during the night the wind is picking up again to wind force 6. The waves are building up and we make quite some surf rides. A lot of squalls are coming over and the boom gibes by accident. It is not a relaxing night and we decide to make a pit stop when we pass the island of Great Inagua in the morning.
The island Great Inagua is very flat and we can only see the island with its lighthouse once we are getting real close by. We sail along the west coast of the island and find a secluded bay where we are able to anchor. It is really nice that the boat is not moving anymore and we have a nice Eastern Breakfast because it is Eastern today. After breakfast we have an egg hunt with chocolate eggs and the boys are very excited to search for the eggs in the boat. The rest of the day we have a relaxing day and the boys can finally play with their beyblades again. We are all very happy with this pit stop and we are full energy again when we set sail again at half past four. We only raise the genoa and fixate the sail with a pole because we are sailing down wind. The disadvantage of this set up is that the boat is rolling a lot but the advantage is that we don’t have a spontaneous gibe anymore like last night. In the afternoon we see some dolphins swimming around the boat and we enjoy it a lot because it has been a long time ago since we saw dolphins.  It is still blowing wind force 6 and the waves are high but we feel ok. During the night the wind calms down and the waves are getting lower as well.

Beaches in the lagoon of Bahia de Vita.

Arrival in Cuba.

The next morning the sun is coming out and we only see Cuba when we are getting real close. The eastern part of the island is quite flat with some mountains in the background. Along the coast we see beautiful beaches with big resorts. At around half past ten we arrive at the entrance of the lagoon and call the harbour and coast guard on the VHF. The harbour is responding, half in English and half in Spanish  and want to know all our details. On the lagoon we see a speed boat and we are being picked up by Alexis, one of the people of the harbour. He welcomes us in Cuba and is shaking our hands. We have never had such a warm welcome and we are quite surprised. It is easy to get in the harbour because we only have to follow Alexis and we are also getting help to get into our berth of the marina. Just five minutes later the whole clearance of the boat starts and the doctor is the first one who comes on board. He wants to know our health situation and we are allowed to lower the yellow flag. The next person is the captain of the port who wants to know all our boat details. In the mean while the veterinarian official comes by to see what kind of food we are bringing in and inspects our refrigerator. The customs comes by as well and we get a dog on board who is looking for drugs. The dog is very friendly and needs to pushed into the boat and the cabins. It is clear enough that we don’t have any drugs on board. They check out the whole boat and we need to lift up all our flour parts to show them that we are not hiding anything. It is incredible how many papers they all have filled in with in between a carbon paper for the copies but everything happens in a very nice atmosphere and they all welcome us all very friendly.
Sailing through the lagoon Bahia de Vita.
The captain of the port hopes that this is not the last time we will visit Cuba. We have never had such a welcome in a country before! After two hours all the formalities are finished and we finally are able to get ashore. At the end of the afternoon we go to the reception desk of the harbour and we get a lot of information about Cuba. Everything is possible from renting a car to book a ‘casa particular’, a kind of bed and breakfast so we definitely looking forward to travel around. When we walk over to the village to get an idea where we are we are totally shocked. It looks like we went back in time to the fifties, because there are no cars driving on the roads, houses are in bad situation and we see a horses and wagons passing by. The kids play with something that looks like a ball and riding on big bikes. The people are sitting in front of their houses and are chatting probably about us because we totally don’t fit in.  The only car we see passing by is an American car from the years fifty. A women comes up to me and asks if I have some washing to do for here, but unfortunately I can’t help here with that but I need some bread and ask where the bakery is. The bakery seems to be closed and we walk on. Five minutes later the granddaughter comes up to us and tells us to come with her. The old women has made me a plastic bag with some bread, onions and tomatoes. She doesn’t want to have any money because it is not about money in live! Incredible because she must be very poor and she even give me things she probably needs herself. We stay and talk a bit and she tells us that she is living in the house with her daughter and grandchildren. She is sorry that she can’t offer me coffee because there is no electricity at the moment. After a while we go back to the boat and step into another world. The harbour is very well protected with a fence around it and a guarded gate. It is a nice spot to be with a restaurant, little shop, showers and reception. We are all impressed what we have seen and are really happy that we made the step to come to Cuba.
Beach at Guardalavaca.
 

Monday morning we call a taxi via the reception because we would like to go to the beach in Guadalavaca and rent a car for the next day. We are being picked up at noon and Janet, the lady of the reception tells us that she has called a private taxi and she is negotiating about the price. The state taxis have a fixed price and the private taxis are cheaper. Since 2008 the Cubans are allowed to have their own businesses and since then more private services are offered. Our taxis is an old Lada without any seat belts, the speed indicator doesn’t work but with cheerful Cuban music! Our taxi driver is a happy man and likes to talk. He has two jobs to support his family and works at night in a discotheque. He notices that I like the Cuban music and offers to copy the music and he will pass by tomorrow to give it to me! We still haven’t got any Cuban money and our first stop is at the bank to get some CUC’s, convertible pesos, where you can pay in the state restaurants, state shops etc. Afterwards he brings us to the nice beach of Guadalava with its huge tourist complexes. From a distance the hotels look nice but if you come closer they look old and are built in a cubical way, nothing fancy. Around the hotels they have created a centre for tourist with a market, restaurant, shops etc. The whole complex is far from the original village and is a world on its own. The beach is lovely and the sea is turquoise, we hire a couple of sun beds and have a relaxing afternoon but to us this is not the real Cuba! Once back at the marina I quickly walk over to the village with the boys to give some soap and toothpaste to the old lady whom gave me the fresh food yesterday. Again she seems to have all the time of the world and we all drink coffee. It is a real nice family and we are invited for their oldest daughter’s birthday and they are going to roast a pork. Sjoerd looks sadly to the pork in his cage and is wondering if the pork will still be there next Saturday!

Diner on a roof terrace with beautiful view over the city.

The next day we are being picked up and brought to the car rental company. We get a brand new Kia, with not a lot of kilometres on the gage. It is a strange feeling that we drive in a new car while the Cuban people drive around in old lada’s or in American cars from the years fifty! On our way to Holguin we see a couple of old Dutch buses, with the destination still on it like Nieuwegein and Utrecht. The Cuban import their buses probably from over the whole world. After leaving Holguin we get to the real countryside and drive hours through a dry landscape with many rancho’s. During the trip we are fascinated by what is driving and walking along the road, we see ox cars, horse cars, bicycles, trucks and old cars. Most of the trucks are converted into buses and most of the trucks don’t transport goods but people. Along the road we see a lot of people who would like to have a ride, if we see a police man we stop because he is waving at us but in the end he only wants a ride. The road has two lanes and you really have to pay attention while driving because there are a lot of holes in the road. We make a stop in Biran where Fidel Castro was born. We have never known that Fidel is from a rich family, the father of Castro owned a lot of land and was owner of a complete village with about 150 workers, most of them from Haiti. It is nice to learn a bit more about Fidel because he is definitely a man who will be in the history books. In the afternoon we drive on to Santiago the Cuba and we get on a real highway with four lanes before we get into the city, with still the horse cars on the right lane. Santiago the Cuba is the second biggest city in Cuba and it is hard to find your way in the one road system but we manage to find the ‘casa particular’ where we have an address from unfortunately it is fully booked but there is another ‘casa particular’ in the same street, who seems to have rooms available.
Raoul at the barber with Castro in the background.
We end up in a doctors family, who own a huge old house. From the outside the house looks bad but from the inside it looks really pretty. It is a three storey building with a patio and a terrace on the roof. These people are well of because they have a huge tv screen and Wii, where our boys are allowed to play with. They offer us coffee and afterward we walk into the city centre. The houses are in bad shape and beautiful old houses are totally run down. We walk past a hairdresser and for 10 CUC’s (10 us dollars) all the men can have a cut, while Fidel, Che Guevarra and Chavez are watching them, because their pictures are on the wall! Santiago de Cuba is known for its traditional Cuban music and soon we find the Casa the la Trova where bands perform. It is really nice music and we definitely enjoy it.  A couple of girls start a conversation and they bring us to a restaurant with a terrace on the roof where we have a splendid view over the city. So far we like Santiago the Cuba a lot.
 
Famous place in Santiago where Fidel held his first official speech after the revolution.

We haven’t seen a lot from the old city so that’s first on our list the next morning after a very nice breakfast at the ‘casa particular’. The old city isn’t that big and is concentrated around the Parque Cespedes, where we see a beautiful Cathedral, the oldest house of Cuba and the house where Fidel held his first speech after the revolution. We meet Miquel a boy who works in the harbour and he takes us to the quarter ‘Tivoli’, where he was raised. It is definitely less touristic and the poverty is visible. We end up in ‘Casa de Tradicionnes, a famous café where one of the members of the group ‘Buena Vista Social Club’ was born and where many bands perform every night. There is nice music in the café and we are already drinking mojito’s (cocktails) at eleven o’clock in the morning. Miquel asks us if we are interested in cigars and we end up in an ´underground´ world. We are brought to an alley where a man gets the cigars from under his bed and we buy real Cohiba cigars against a good price. Once outside we tell Miquel that we need to go to the bank to change some money. No problem he says because the bank manager is sitting outside in the street. It seems to be an old grandpa and we can change dollars at his house, but unfortunately against the same rate as with the bank. We say goodbye to Mique and we give him some money to support his family because he earns 10 CUC per month (10 US). We went to the hairdresser yesterday and paid the same amount for the haircut!!
Prehistoric Valley.
They have built close to Santiago a Prehistoric Park with prehistoric animals out of stones. It is hard to find your way in Cuba because there are not always signs along the road. Luckily people are very friendly and show us how to drive to the Park. We hire a horse wagon and drive along the prehistoric animals and the kids are enjoying it a lot. Luuk can’t get enough of the animals and shoots a lot of pictures!!  Unfortunately we have to back track to Santiago to get to the highway to Baracoa. We drive along a dry but scenic coast way and have to stop several times at police check points. We drive past the city Guantanamo, next to the Guantanamo Bay where the US have a base as well and encounter even more control posts with the newest cameras hanging above the road! Today we are also surprised by the many posters we see along the road with slogans about the revolution, like ‘We still go on with the revolution’ etc. At least every ten kilometres we see a new slogan and a lot of times with the name of the village on it or Fidels name. After Guantanamo we get in a mountainous area and we drive from south to north through the mountains. It is a scenic route with many panorama views. It is a pity that it starts to rain and we are happy when we arrive in Baracoa. In Baracoa we are followed by people on bicycles because they want to recommend their ‘casa particular’ and they can see from our number plate that we are tourists. It is hard to get rid of them and we find the casa particular where we were looking for but this one is also fully booked. The owner calls a friend who also has a ‘casa particular’. We end up at a house where an elderly couple is living and who rent out a room to earn some more money because their pension of 8 CUC’s a month what is not enough to live on. The lady is very friendly and tells us a lot about Cuba. She tells us that during the nineties it was really bad in Cuba and there was not enough to eat,  times are better now and they can earn some extra money with the B&B. We are still surprised about the big difference what people earn and what we have to pay at the restaurants, B&B’s, hairdresser, shops etc. because Cuba is not cheap for us!! People get their wages in local pesos and get coupons for products like rice, bread, oil etc. They have to pay the imported products, which is 80% of the food and most other products in CUC’s as well. They have to change their worthless pesos in the expensive CUC. Incredible how these people have to get by and we understand why we see so much poverty around us.
 
South coast of Cuba.



The next morning we have again a lovely breakfast with eggs in our ‘casa’, but our hostess is explaining that she can’t get any butter. We have heard these stories more often that products are not available, like in the harbour there was no ketchup in the restaurant and when we tell her this story she promises to get us some ketchup. The next morning indeed we find ketchup at the breakfast table imported from the Netherlands, Remia ketchup! It seems that we have spent most of CUC’s and we need to go to the bank to exchange some money. After breakfast we walk over to the bank and get a big shock if we see that about hundred people are waiting in line. After some talking to the guard he lets us in after 15 minutes waiting and inside there are still a lot of people waiting. We get a number and again need to wait, but the bank official tells us that it will be soon our turn. Indeed after five minutes we are able to exchange our dollars for CUC’s. Once outside we are really happy that we were able to do it so fast and have pity with the people who have to wait hours at the bank.  We drive up to the Humboldt National Park which is located about 40 kilometres northwest of Baracoa.
Swimming in the crystal clear river Tao.
If we leave Baracoa the road ends very quickly and we get to a dirt road. We have to zigzag over the road to avoid the huge holes in the road. The road to the National Park never seems to end and when we arrive we are totally shaken. We can only visit the park with a guide and we walk for about three hours. The park is a rain forest and we walk through the lower part of the rainforest with a lot of pine trees but the forest is still very green. Our guide is a real biologist and is all the time looking for bird and digs for at least fifteen minutes to find the smallest frog in the world. In the end we see a very small frog of 1,5 cm which is the second smallest frog in the world!! We have to cross a couple of times a river and have a nice swim in a deeper part of the river. The water in the river is crystal clear! A very nice walk and we all enjoy it. Unfortunately we have to take the same way back to Baracao! When we arrive in Baracoa we go into the village and walk past Casa de la Trova, where we see Timo, Elze and the kids from the boat Ile du Nord. They arrived in Cuba the day we have hired a car. It is nice to exchange the experiences and in the meantime Elze and I get salsa lessons from a Cuban. It is really fun to dance salsa again!! We also have promised Sjoerd that we would pass by Casa de Cacao to drink some chocolate, so we all go there. They grow a lot of cacao in the vicinity of Baracao and there is a chocolate factory. Sjoerd is really happy if he can also by a bar of chocolate at the Casa de Cacao. At night we have a lovely dinner again in our ‘casa particular’ where we feel very at home by now.

 

DHL office in Santiago de Cuba.



We are driving back again to the harbour on Saturday morning and we all are looking forward to go home. This is the first time during the last year that we haven’t been on board for four days and the boat really feels like home by now. Unfortunately we have to go back again over the bad road and we are happy if we reach a normal by at the city of Moa. We drive along the coast and the last bit through the countryside. We have taken bread from the breakfast table for our lunch because there are hardly any restaurants along the road. We find a nice spot under a tree along the road to have lunch. We are all glad when we arrive in the harbour at four o’clock because after a long day of driving we are all tired. During the driving we had enough time to talk through all our experiences in Cuba and we find it a complicated system which is hard to understand and we will leave the country with as many questions as we came. At night we still have to go to the birthday party but we all don’t feel like going. In the end I am the only one who is going and Raoul and the boys stay outside at the square to play football. The whole family is gathered inside, they are all eating and I get a plate as well with rice, salad and roasted pig. They have roasted the pig for at least five hours. I find a nice and quiet spot with the grandma in the garden where the men are standing with their bottles of rum. The Cubans invite all their family and best friends for a birthday party. I am glad when Mirjam, the hostess asks me to come with here to bring food to a couple of family members. It is nice to be out of the crowd and when we walk back it start to become dark and I use it as an excuse to go back to the boat.
Cartoons of Fidel Castro.
Sunday morning we have a relaxed start of the day and try to recover from the trip. We deliver the car to the rental company and tried to do some shopping on our way but there are no fresh products in the shops, they only have soap, drinks, tins etc. In the tourist complex we find a shop where they have some frozen meat so we are lucky. Back in the harbour we do our jobs, wash the clothes and clean up the boat. We meet a South African boat and the owner has charts of the Bahamas which we can copy. It seems that our chart plotter charts are not  accurate enough because a lot of shoals are not on the chart so we could definitely use extra charts. We also meet Pieter our Dutch neighbour in the marina, whom is married with a Cuban wife. It is interesting to hear his stories and with him and other sailors we talk about the situation in Cuba. In the afternoon I go to the bakery to get some bread because the bakery is only open at four o´clock. By the time I get to the bakery all the bread is sold out but he still have some rolls which you normally get on the coupons. I get the bread for free because I don´t have the coupons and he don’t want to take money for it????? At least we have nice warm bread and the boys love it. Ile du Nord is back from their trip and they visit us later in the afternoon. We have a lot to talk about and we exchange our experiences. We decide to leave the next evening and sail together to Ragged Island, the closest group of islands of the Bahamas, which is a 70 mile trip and we should be able to arrive the next day.


Street view of Cuba.
Our last day in Cuba we do school as usual because it is Monday but after a week of Eastern Holiday it is hard to get into rhythm again. Raoul goes together with Timo to deliver their car and hopefully will be able to buy some fruit and vegetable of the stalls next to the road, but unfortunately the fruit stalls have hardly any fruit. In the afternoon I walk past the bakery to buy some bread but today there is no bread neither because there is no flour. They have some rolls like yesterday and I get a couple of rolls and again don´t have to pay for it. I also walk past Mirjam to hand her over some old clothes of Sjoerd because clothes are hard to get and very expensive. She is really happy with it and her son tries on some clothes. Leaving is more easier because we only need to see the immigrations, customs and port captain. Around five o´clock we sail out of the harbour after having said goodbye to all the staff of the harbour. We are happy that we have sailed to Cuba because it is a beautiful country, good music, with super friendly people and it is an island which really touches you and we will probably still talk about Cuba for a long time!
 
 Onze positie op de kaart is/ Our position at the map is: http://www.winlink.org/dotnet/maps/PositionreportsDetail.aspx?callsign

Geen opmerkingen:

Een reactie posten