dinsdag 26 februari 2013

De Lionheart voor anker in Falmouth Harbour.


Antigua

De eerste nacht slapen we erg onrustig in Freeman Bay, want de boot draait alle kanten op en de ankerplaats ligt redelijk vol. Als we ’s ochtends wakker worden blijkt dat het anker heeft liggen krabben en we zitten vrij dicht op onze achterbuurman. We halen het anker op en verplaatsen de boot naar voren. Al met al worden we niet echt blij van deze ankerbaai!! We besluiten om eerst de praktische zaken te regelen zoals, inklaren en school en dan later een nieuwe plaats te zoeken. Als Raoul terug is van de douane varen we de baai uit en zien veel wedstrijdschepen voor de ingang van de baai rondvaren. Het lijkt wel of ze gaan starten en we varen naar de ingang en maken de start mee, van wat later de RORC 600 blijkt te zijn. Alle schepen varen met een enorme snelheid langs ons heen en het lijkt een enorme chaos. Op een gegeven moment vaart de Bella Mente (schip met zwarte zeilen) met een razende vaart op ons af en gaat vlak voor ons overstag. Wat een geweld allemaal!! Raoul staat te smullen van alle zeilboten die langskomen. Na dit spektakel varen we terug de baai in en achter de haven ligt een lagune. We ankeren in de lagune, minder idyllisch maar wel lekker rustig. ’s Middags gaan we de kant op en bekijken de historische marinebasis, Nelson’s Dockyard. De haven van English Harbour is onderdeel van deze oude Engelse marinebasis, gebouwd in de 18e eeuw om de Engelse oorlogsschepen die in de Carieb aan zeeslagen meededen weer op te lappen en is genoemd naar de belangrijke Engelse admiraal Horatio Nelson. De marinebasis is volledig gerestaureerd en in de oude gebouwen zijn allemaal winkels en bedrijven gevestigd. Het ziet er allemaal erg mooi uit en het is leuk om tussen de oude gebouwen door te lopen, want zoveel historische gebouwen zijn er in de Carieb niet te vinden. Aan de steiger van de haven liggen enorme megazeiljachten en motorboten. Antigua is het mekka van de zeilwereld en er varen hier enorme mooie zeiljachten rond, wat voor Raoul een belangrijke reden was om naar Antigua te gaan.Als we naar Falmouth Harbour, de volgende haven willen lopen zien we onze mast niet meer op de oude plaats liggen. In vliegende vaart gaan we terug naar de boot en we zijn wederom aan het krabben gegaan en liggen een stuk naar achteren. We halen het anker op en de bodem van de lagune blijkt uit zeer zachte modder te bestaan waar we het anker makkelijk doorheen trekken. Toch blijven we er liggen want het is rustig weer en we laten het anker nu rustig ingraven. We borrelen in Salty Dogs een café aan het water met prachtig uitzicht op de baai, zee, haveningang en de haven. De jongens zijn helemaal happy met het tafelvoetbalspel dat er staat en er is nog een goede internetverbinding ook zodat ik het weblog kan updaten. We roepen Salty Dogs spontaan uit tot ons lievelingscafé tot nu toe!!


Genieten!

Chaos voor de start.

Dinsdagochtend doen we school en veel huishoudelijke klusjes, zo is de was al twee weken niet meer gedaan en mag de boot ook wel weer eens een schoonmaakbeurt krijgen. Af en toe is het heerlijk om een aantal dagen ergens te liggen en even niet te reizen!! Ondertussen hebben we het aanbod gehad om een mooring te gebruiken, dus we liggen nu veilig aan een mooring. We krijgen bezoek van Jo, een Duitse solozeiler, die met een Albin Vega van 8 meter de oceaan is overgestoken. We hebben hem al een paar keer zien liggen en het is leuk om nu kennis met hem te maken. Wat reizen we toch luxe als we zijn verhalen horen!! ’s Middags lopen we naar Falmouth Harbour om bootjes te gaan kijken. Raoul kan zijn hart ophalen want er liggen wel meer dan 30 megazeiljachten aan de steigers. Wat jammer toch dat al die bemanningsleden van de luxe zeiljachten alleen maar aan het poetsen zijn, want anders had het me ook een leuke job geleken! Op de terugweg gaan we nog even naar Salty Dogs!


Maltese Falcon.

Athena.

De volgende ochtend doen we eerst school en varen dan naar Falmouth Harbour. We hebben dringend boodschappen nodig en in English Harbour zijn geen winkels. Falmouth harbour is een ruime baai en we vinden er makkelijk een plek en het anker houdt goed. Wat heerlijk na al het ankergedoe in English Harbour. We vinden inderdaad een grote supermarkt en doen inkopen want de komende dagen willen we ankeren achter onbewoonde eilandjes. Nu we toch in Falmouth Harbour zijn gaan we nog een keer bootjes kijken. We zien nu ook de Sea Leopard 3 liggen, die we al eerder in Tenerife hadden zien liggen en die de eerste dag als eerste is geëindigd in de RORC 600.

Green Island.

De afgelopen dagen heeft het redelijk hard gewaaid en nu gaat de wind eindelijk een beetje liggen. Een mooi moment om te vertrekken naar Green Island, aan de noordoost kant van Antigua. Eerst doen we nog school want dat moet ook doorgaan!! Rond de lunch vertrekken we naar Green Island en er staan buiten enorme golven. We moeten recht tegen de wind en golven in. We hebben weinig zin om ertegenin te moeten zeilen dus we hijsen het grootzeil, zetten het derde rif en houden de motor goed aan.  Zo duwen we de boot door de golven maar maken daarbij wel enorme klappen. Gelukkig is de tocht maar 12 mijl en na 2,5 uur stampen zijn we bij de ingang van Green Island. We varen tussen riffen door en het water is prachtig mooi turquoise. Bij Green Island liggen een aantal moorings, we pakken een mooring op met uitzicht op het rif en het eiland. Het is hier weer waanzinnig mooi alhoewel het toch niet kan tippen aan de Tobago Cays. Als Raoul de boot inspecteert ziet hij dat de verstaging van het rechter onder want kapot is. Als hij de mast in gaat ziet hij dat er twee stringen gebroken van de verstaging dus dat is wel even schrikken. Als de andere stringen nu ook kapot gaat knapt de verstaging, die voor de stabiliteit van de mast moet zorgen. Tja en als de verstaging kapot gaat kan de mast er wel eens afkukelen. We laten het hele probleem nog even op ons inwerken. Luuk heeft ondertussen zijn surfspullen al gepakt en neemt de kans waar om achter het rif te surfen. Een goede wind, mooi blauw water, weinig golven, een mooier oefenterrein is er niet te vinden. Uiteindelijk besluiten we ’s middags om morgen terug te varen naar Falmouth Harbour, omdat er daar een tuigerij is die dan eventueel nog naar onze verstaging zou kunnen kijken. Helaas duurt ons verblijft op Green Island daardoor wat korter maar we willen wel vaart zetten achter de reparatie.

Boot op het rif.

Vrijdagochtend varen we om 6 uur weg als het net licht wordt. We manoeuvreren tussen de riffen door en zien een boot op het rif liggen, waardoor we er weer aan herinnert worden om goed op te letten!! Eenmaal buiten op zee gekomen blijken er redelijke golven te staan maar we varen rustig op de motor en de genua naar Falmouth Harbour. We hebben voor de zekerheid de mast extra gefixeerd met een lijn. Het gaat allemaal goed en na anderhalf uur varen zijn we weer terug in Falmouth Harbour. Raoul gaat gelijk met de dinghy de kant op om bij de tuigerij langs te gaan. Als hij terugkomt blijkt dat de tuigerij totaal geen voorraad heeft en alles eerst besteld zal moeten worden. Aangezien we al bij veel mensen gezien hebben dat het bestellen van spullen tot een drama lijdt en in ieder geval tot veel wachttijd kan zorgen besluiten we om zo snel mogelijk door te varen naar St. Maarten met een tussenstop in St. Eustatius. Als we de kinderen vragen wat ze vandaag nog meer willen doen roepen ze in koor: “We willen naar Salty Dogs”. We gaan dus nog een laatste keer naar Salty Dogs om daar te tafelvoetballen, te internetten, te lunchen en van het uitzicht te genieten. ’s Middags verleggen we de boot voor Pigeon Beach in Falmouth Harbour om makkelijk naar het strand te kunnen. Zo hebben we nog een relaxte middag aan het strand en skimboarden en surfen de jongens in het rond.
 
St. Eustatius.
 

St. Eustatius

De volgende ochtend staan we om 5 uur als het nog donker is op om de lange tocht 75 mijl naar St. Eustatius te beginnen. Als we de haven uitvaren is de zee spiegelglad en als we achterom kijken zien we de verlichte masten van de megazeiljachten op de achtergrond. Rond zes uur wordt het  licht en zijn we al bijna achter het eiland vandaan. Er komt langzamerhand meer wind en hogere golven. We varen net zo als vorige keer alleen op de genua om de mast te ontlasten en houden de motor bij om vaart te maken en om ons door de golven te helpen. De eerste uren is de zee erg onrustig en maken we aardige schuivers. Elke keer kijken we of de verstaging het houdt maar relaxt varen is het niet. Gelukkig worden de golven gedurende de dag kalmer en neemt de wind ook wat af. Langzamerhand krijgen we steeds meer het gevoel dat we de oversteek goed zullen doorstaan en gaan dan ook aan de borrel als we tussen St. Kitts en St. Eustatius doorvaren. Als we bij Oranjestad aankomen zien we vele Nederlandse boten aan de moorings liggen. Een aantal boten zoals de Ostrea hebben we al sinds Lanzarote niet meer gezien, de Annalena al niet meer sinds Suriname, de Cedo Nulli sinds Tobago en later komt ook nog de Mare Liberum aanvaren. Wat een feest dat al deze boten hier liggen, dat beloofd nog wat!! Als we eenmaal goed en wel liggen komen Gerard en Rommy van de Annalena borrelen en we praten met hun bij over onze belevenissen  in de Carieb.


Fort Oranje.

Kanonnen op Fort Oranje.

 Zondagochtend moeten we als eerste de boot inklaren. We zijn wel even benieuwd hoe dat hier in ‘Nederland’ gaat. We vinden de douane in een container en er staat een vriendelijke douane ambtenaar, uit Veere,  klaar om ons in te klaren. We kunnen zelfs in Euro’s betalen, alhoewel er later uit de geldautomaat alleen maar US$ dollars blijken te komen. St. Eustatius ziet er vanaf de kant niet erg aantrekkelijk uit omdat er allemaal tankboten voor anker liggen, vanwege de olieopslag op het eiland en de haven vol staat met containers . In de 18e eeuw was Eustatius een belangrijk handelseiland en werd er handel gedreven in slaven, rum, voorraden en specerijen. Het eiland werd ook wel de gouden rots genoemd. Aan de waterkant waren pakhuizen gebouwd, waarvan de funderingen nu deels in zee liggen en deels als ruïne langs de kant van de weg staan. Een aantal pakhuizen zijn met steun uit Nederland gerenoveerd. Oranjestad zelf ligt hoger op het eiland en via de oude slavenweg lopen we omhoog. Het Oranje Fort is prachtig gerestaureerd en de straten daarom heen zijn netjes betegeld. We bezoeken ook nog het museum om een beter beeld te krijgen van het verleden van St. Eustatius. Naarmate we verder de stad of beter gezegd dorp, 3.400 inwoners,  inlopen wordt het steeds rommeliger en heerst er een Caribische sfeer. De auto’s rijden links, er komt overal erg harde muziek uit de auto’s en we worden vriendelijk in het Engels gegroet. We zien weinig tekenen van Nederlandse invloeden!! Er rijden auto’s rond met de kentekenplaten: St. Eustatia, the historic gem. Naast het fort en de gerestaureerde pakhuizen kunnen we weinig historische gebouwen ontdekken en zien we weinig terug van het eens zo florerende St. Eustatius. We vinden we het erg leuk om St. Eustatius gezien te hebben vanwege de band met Nederland, maar begrijpen wel waarom veel zeiljachten dit eiland overslaan want zoveel te zien is er niet. Een leuke bijkomstigheid is dat er vele Nederlandse boten liggen en we hebben afgesproken om aan het einde van de middag te borrelen bij het zwembad. Het lijkt wel een soort reünie en het is erg leuk om alle belevenissen te horen en alle ervaringen te delen. Als we terugkomen op de boot blijkt de ankerplek erg oncomfortabel geworden te zijn want er komen nu redelijke golven binnen. We liggen erg te rollen en vinden het dan ook niet erg om morgenvroeg weer verder te varen!
Kentekenplaten op St. Eustatius.
 
Na een slapeloze nacht varen we om 6 uur weg bij St. Eustatius. Op naar St. Maarten maar dat is maar een kleine tocht van zo’n 35 mijl. Als we onder het eiland vandaan komen staat er een matig windje en kunnen we met de genua uit halve wind varen. We laten de motor bijstaan om vaart te blijven maken. Het is een aangename tocht zeker met in het vooruitzicht dat de verstaging waarschijnlijk in St. Maarten gemaakt kan worden. Om half één leggen we aan in Simpson Baai en gaan daar voor anker. Raoul gaat onmiddellijk naar de tuigerij, die in de Simpson Lagune zit en komt met goed nieuws terug dat de tuiger onze ‘speciale’ terminals  van de verstaging heeft. We kunnen om half 6 door de brug en dan bij de tuigerij aanmeren en Raoul kan dan al met het aftuigen van de verstaging beginnen. Dat klinkt in ieder geval goed. We hebben nog maar niet naar de prijs gevraagd!!  Als Raoul later naar de douane gaat doe ik school met de kinderen. Ondertussen zie ik dat Gerard en Rommy van de Annalena ook zijn aangekomen en naast ons liggen. Hebben we iemand om straks gezellig mee te borrelen!!

Bella Mente.

 



Dockyard museum
Luuk as a soldier of the West Indies.

Sjoerd as Nelson.











Freeman Bay


Looking at the mega sail yachts in Falmouth Harbour.

 


Behind the reef.
Luuk windsurfing behind the reef.
















Our favorit bar Salty Dogs.
View from Salty Dogs.

 
 

 

 

 

 



Beautiful Caribbean house at St. Eustatia.
 


Dutch gathering at the pool in St. Eustatia.





1 opmerking:

  1. Hallo reizigers,

    Het blijft leuk om jullie avonturen vanuit de huiskamer mee te beleven. Ooit, hééééél lang geleden hebben Corine en ik hier een huwelijksreis 'gevierd', dus de foto's bekijken we met veel interesse want zelf hebben we behalve de slaapkamer weinig gezien ;-)

    Op dit moment maken we ons op voor het weekje huizen kijken in Essex. Dat staat nu gepland voor begin april, verhuizing eind juni. Kortom, druk druk druk druk druk. Wat dat betreft benijd ik jullie leventje! Geniet er nog maar van en behouden vaart maar weer.

    Groetjes, André

    BeantwoordenVerwijderen